Jarenlang stond Aung San Suu Kyi te boek als voorvechtster van democratie en mensenrechten. Anno 2017 is ze in de schijnwerpers als een politica met een besmet blazoen die haar vroegere principes heeft verkwanseld.
Het verhaal van onfeilbaar boegbeeld naar verguisde leider scoort. Ironisch genoeg plaatsten veel van de huidige critici Aung San Suu Kyi in het verleden op een voetstuk. Ook media speelden een grote rol om haar tot mythische proporties uit te laten groeien. De strijd tussen de fotogenieke oppositieleidster en de lompe generaals had zo'n aantrekkelijk The Beauty and The Beast gehalte dat berichtgeving over het labyrint aan spelers in de ingewikkelde etnische lappendeken vrijwel altijd bij voorbaat sneuvelde. Het hielp ook een handje dat Suu Kyi het morele gelijk overduidelijk aan haar zijde had, iets wat de Nobelprijs voor de Vrede in 1991 nog eens onderstreepte. Het woord icoon dook op en soms werd ze heilige genoemd. Het waren aanduidingen die ze verafschuwde. Toen in de jaren van inktzwarte dictatuur een vrijer Myanmar nog een onmogelijk verre droom leek voorspelde ze: ”Dat gaat onze moeilijkste tijd worden.” Ze waarschuwde dat een democratisch gekozen regering na decennia van militair wanbeleid een failliete inboedel en een samenleving met diep wantrouwen tussen bevolkingsgroepen zou erven.
Ik moet vaak aan haar woorden denken nu die tijd is aangebroken.
Als Adviseur van Staat leidt ze een regering die uit nieuwkomers of omstreden oudgedienden bestaat, met een takenpakket waar bijna geen beginnen aan is. Er spelen minder fraaie eigenschappen op die tijdens haar moedige verzet tegen de junta nauwelijks aan de orde waren. Een autoritaire stijl van leiding geven, onvermogen om te delegeren, een overdosis koppigheid en onwil om te luisteren of kritiek te incasseren. Ook het tekort aan vers bloed en capabele adviseurs heeft ze deels aan zichzelf te danken. Om zich te weren tegen intriges, verraad en spionage verliet ze zich op een kleine achterban die haar onvoorwaardelijk trouw bleef. Nog steeds telt loyaliteit zwaarder dan competentie. Een kring van jaknikkers sluit degenen buiten die ze juist het hardst nodig heeft om zicht op de werkelijkheid te houden. De kritische houding van media en activisten wordt gezien als ondermijnend bij de enorme klus die haar regering in vijf jaar tijd moet zien te klaren. Uitleg over haar beleid krijgt de bevolking vrijwel niet meer.
Het leidde al meteen tot pittige discussies onder mijn Birmese vrienden toen Suu Kyi besloot in de hachelijke arena te stappen waar het leger dankzij een ondemocratische grondwet grote politieke macht heeft, en de totale controle over de ministeries van Defensie, Binnenlandse Zaken en Grensbewaking. Sommigen gaven haar gelijk dat ze pragmatisch de mouwen op wilde stropen, maar de meesten noemden het een fatale vergissing. Ze hadden liever gezien dat ze een leider van nationale eenheid was geworden die boven de partijen stond. Ze waarschuwden dat de ondemocratische setting die de militairen jarenlang bekokstoofden een dwangbuis zou blijken, of erger nog, een openstaande val. Vooral de spanningen in de westelijke Rakhine staat zouden Suu Kyi in een even onmogelijke als machteloze positie plaatsen en haar neergang inluiden. Ze lijken gelijk te krijgen.
Suu Kyi faalt in haar taak om op te komen voor alle inwoners van Myanmar en het geweld van militairen en Rakhine milities tegen burgers te veroordelen. Het weinige dat ze zegt - meestal spreekt namelijk een dubieuze woordvoerder afkomstig uit het ancien regime - klinkt behalve uitgeput en slecht geinformeerd, ook hardline en defensief, terwijl het land juist een boodschap van compassie met de slachtoffers, en van vrede en verzoening nodig heeft.
Zeer terecht nemen media haar de maat. Maar de aandacht voor The Lady is zo obsessief, dat degene die deze nietsontziende operatie tegen Rohingya militanten en burgers uit laat voeren buiten beeld blijft: legerleider generaal Min Aung Hlaing.
Ook de rest van de berichtgeving ademt voor een belangrijk deel hetzelfde simplisme als in de periode dat ze bewierookt werd, al is ze nu van Beauty Beast geworden. De gedurfde stap voor de aanstelling van een adviserende commissie onder leiding van Kofi Annan om de inwoners Rakhine staat meer welvaart en vrede te bieden, laat zien dat ze de situatie wel degelijk serieus nam. Vrijwel nergens is in media terug te vinden dat ze ervoor pleitte om voor de Rohingya bevolking noch de aanduiding Rohingya noch het denigrerende Bengali te gebruiken omdat beide olie op het vuur gooien. Dat ze op 19 juli van dit jaar tijdens de belangrijkste herdenkingsdag van het land religieuze kopstukken van alle gezindten in haar huis ontving, was een cruciale boodschap aan de Birmese samenleving die vrijwel geen buitenlandse journalist oppikte. Via haar juridisch adviseur Ko Ni onderzocht ze hoe de grondwet aan te passen viel, maar ook dat is grotendeels vergeten, net als het feit dat hij die poging in januari van dit jaar met de dood moest bekopen. De moord op de constitutioneel expert -overigens een moslim- was ook een dreigement aan Aung San Suu Kyi om niet te zagen aan de poten van de militaire macht.
Zo veel media aandacht als er is voor Suu Kyi en haar falen, zo absurd weinig aandacht is er voor de complexiteit en achtergronden van het conflict in de Rakhine staat. Het straatarme en verwaarloosde gebied heeft een lange geschiedenis van strijd tussen boeddhistische koninkrijken en sultanaten. Migratiegolven eisen tot de dag van vandaag hun tol. De bevolkingssamenstelling wijzigde dramatisch toen onder de Britse overheersing tienduizenden koelies en landarbeiders uit India werden overgebracht. In de Tweede Wereldoorlog moordden moslim strijders enkele boeddhistische dorpen uit om aansluiting bij Pakistan af te dwingen. Tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van Bangladesh in 1971 kwam een hoos van vluchtelingen naar West-Myanmar. Die turbulente historie speelt een grote rol in de percepties dat deze moslims separatisten zijn waarbij de naam Rohingya als politieke constructie dient, of indringers uit Bangladesh die de lokale bevolking gaan overvleugelen. Een groep fanatieke monniken jaagt de vijandigheid flink aan en ook een lokale nationalistische Rakhine partij injecteert het gif van intolerantie. Hun boodschap valt in een extra vruchtbare voedingsbodem omdat de etnische minderheid de Rakhine eveneens decennia lang onderdrukt werd door het militaire bewind - al staat dat in geen verhouding tot de vervolging die de Rohingya's ondervinden. Al jarenlang voelen de overwegend boeddhistische Rakhine zich zwaar miskend omdat er wel aandacht is voor de Rohingya's terwijl niemand wil zien hoe de Rakhine identiteit naar hun zeggen wordt bedreigd door zowel de oprukkende islam als door de Birmanisering (Birmanen zijn de etnische meerderheid). Ernstige conflicten over grond en drugs plus plannen voor economische megaprojecten, zetten de samenleving verder onder druk.
Inmiddels is Aung San Suu Kyi qua beeldvorming in dezelfde kwaadwillende categorie beland als de militairen die al decennia dood en verderf zaaien. De haat op social media is wereldwijd ontstellend. Reden te meer voor media om een zorgvuldig en breed narratief te bieden bij het diep tragische scenario dat zich in Myanmar ontvouwt.