"These are twenty-eight thousand civilians, men, women and children, hiding, being shelled, defenseless. That little baby is one of two children who died today, one of the children being injured every day. That baby probably will move more people to think, “What is going on, and why is no one stopping this murder in Homs that is happening every day?”
Met precisie maar ook met onverholen woede in haar stem zei Marie over de troepen van Bashar al-Assad: “It’s a complete and utter lie they’re only going after
terrorists. The Syrian Army is simply shelling a city of cold, starving civilians.”
De interviewer constateerde met bewondering in zijn stem dat het zelden voorkwam dat journalisten het woord leugen in de mond nemen.
Er waren maar weinig dingen die Marie zo kwaad maakten als leugens. Vooral als het keugens over geweld tegen burgers betrof.
Herinneringen aan Marie gaan de wereld over. Haar adressenboek was groot en het typeerde haar dat daarin ook de namen van concurrenten stonden. Een gulle rivaal noemde een Britse collega haar.
Een van mijn favoriete herinneringen aan Marie gaat over lingerie. Toen in 1999 Indonesische veiligheidstroepen en milities Oost-Timor in de as legden, moest ook haar hotelkamer het ontgelden.
Haar kogelwerende vest overleefde de plundering, maar haar kanten bh's en slipjes waren verdwenen. "Wat zijn dat voor milities die een scherfvest laten liggen, maar er wel met vrouwenondergoed vandoor gaan?" brieste Marie verontwaardigd.
Een paar weken later verscheen een zorgelijke accountant van The Sunday Times op de redactie. Hij wapperde met de onkostendeclaratie van Marie: "Kan ondergoed zo duur zijn?"
De redacteur verblikte of verbloosde niet. "Dat van Marie wel," luidde zijn antwoord.
De Martha Gellhorn van onze generatie reisde in stijl.
Toen journalisten dringend aangeraden werd om te evacueren uit de belaagde VN compound in Dili waar we met meer dan duizend Timorezen bivakkeerden, zei ze tegen me: "Forget it. This is the biggest story in the world." Terwijl collega's om haar heen vertwijfeld ijsbeerden of ze moesten weggaan of blijven, tikte Marie onverstoorbaar verder.
Vertrekken kwam maar hoogst zelden in haar woordenboek voor. Haar redacteur wilde dat ze weg ging uit Homs. Maar Marie wilde niet weg. Nog niet. Er was nog een belangrijk verhaal te maken. "Geef me nog een dag," zei ze. Die ene dag werd haar en de fotograaf Remi Ochlik fataal. Net als zovele burgers in Homs.