vrijdag 20 augustus 2010

Levensloop

Terwijl de Amerikaanse gevechtseenheden zich als dieven in de nacht terugtrokken uit een nog altijd instabiel Irak, kwam er goed nieuws over Oost-Timor. “Peace is there,” zei de nieuwbakken ambassadeur over zijn land toen mijn twee collega’s en ik hem ter afsluiting van onze vakantie in Geneve troffen voor een kopje koffie. Nadat er ruim tien jaar geleden een einde kwam aan de Indonesische bezetting, maakte zijn land alle groeipijnen van een pasgeboren staat mee. Dat Timorezen onderling slaags raakten toen de gemeenschappelijke vijand eenmaal zijn biezen had gepakt, waren traumatische dieptepunten. Maar als de vlammen doofden, stak toch trots dat het gelukt was met de onafhankelijkheidsstrijd, de kop weer op. Net als de hoop dat het op den duur goed zou komen met het kleine weerbarstige eiland.
Voor mij heeft die hoop te maken met mensen als de diplomaat. Hij had zijn lange staart -destijds zijn handelsmerk als mensenrechtenactivist- afgeknipt, maar verder was hij geen spat veranderd. Al maakte hij nu deel uit van de macht, hij was zijn eigen integere en rebelse zelf en ook de humor en passie hadden hem niet verlaten.
Even haalden we herinneringen op aan zijn ongewisse verleden onder de Indonesische bezetting. Aan de houten picknicktafels van de smetteloze luchthaven in vreedzaam Zwitserland leken die gebeurtenissen onwerkelijker dan waar dan ook. Alles bij elkaar klonk zijn levensloop inmiddels als een boek.
Mijn collega die in die turbulente tijden ook op Oost-Timor was, en ik vinden dat de diplomaat over niet al te lange tijd maar president moet worden. Wij komen dan naar Oost-Timor op vakantie in een hutje aan de kust. Het is meteen ook een goede lokatie om dat boek over hem te schrijven.