dinsdag 24 januari 2012

The Lady

Al is het nieuwe jaar nog maar net begonnen, toch roep ik The Lady uit tot slechtste film van 2012.
Aanvankelijk was ik milder gestemd. Als een breed publiek door een populaire film over Aung San Suu Kyi meer over Birma aan de weet kwam, prima. The Killing Fields was immers ook een Hollywood productie die door het lot van journalist Dith Pran en zijn vriendschap met Westerse verslaggevers indrukwekkend en geloofwaardig te verfilmen aan miljoenen duidelijk maakte wat zich onder het terreurbewind van de Rode Khmer in Cambodja had afgespeeld.
Met verse indrukken uit Birma in mijn hoofd keek ik nog eens naar The Lady die inmiddels in de bioscopen draait. Mijn aanvankelijke mildheid sloeg om in verbijstering over hoe je van gouden materiaal zoiets potsierlijks weet te maken. The Lady is een simplistische en pathetische The Beauty versus The Beast productie over pistolenzwaaiende generaals en een even ongeloofwaardige Aung San Suu Kyi.
Maker Luc Besson wil zich nu weer aan de productie van een grappige film gaan wijden. In mijn ogen heeft hij dat met The Lady al gedaan.
Toen ik Suu Kyi onlangs vroeg of ze de film gezien had, antwoordde ze ietwat snibbig: "Nee." En ze voegde er aan toe dat ze dat ook niet van plan was. "Ik heb er geen behoefte aan een film over mijn eigen leven te zien."
Ze kan rustig kijken. Het is haar leven niet.

Point of no return?

Na mijn vorige blog waarin ik het als journalist even hopeloos liet afweten, tijd voor wat professionele distantie.
De wereld kijkt met open mond naar de recente ontwikkelingen in Birma en vraagt zich af of een democratische bliksemslag soms de hersenpan van de ex-militairen heeft verlicht. Natuurlijk niet. De gebeurtenissen komen heel wat minder plotseling uit de lucht flitsen dan het op afstand lijkt. Al jaren geleden kondigde de junta een routekaart naar democratie in zeven stappen aan, waarvan de verkiezingen van het afgelopen jaar en het geregisseerde vertrek van juntaleider Than Shwe de laatste etappes vormden. In dat proces werd de aanzienlijke macht van het leger grondwettelijk vastgelegd en de (burger)president kreeg verstrekkende bevoegdheden. Alle reden dus om de gang van zaken met grote scepsis te bekijken. Maar Birmese civiele organisaties, academici en activisten wrikten met moed en pragmatisch inzicht de nieuw ontstane kieren in de stalen vuist verder open, ook al werden ze door veel van hun zwart wit denkende collega's uit de diaspora verguisd of voor naief versleten.
Inmiddels hebben de hervormingen een groter momentum dan aan de hand van die routekaart werd verwacht. Kenners speculeren er op los over het waarom. Ergernis over de dominantie van China dat het land de afgelopen jaren leegplunderde terwijl Westerse landen sancties hanteerden. De behoefte aan Westerse geldstromen om de economie vlot te trekken. De wens tot het prestigieuze voorzitterschap van ASEAN dat nu voor 2014 in de wacht gesleept is. De angst voor onrust met een ontluisterend einde zoals dat enkele heersers in het Midden-Oosten had gewacht. Een nieuwbakken president die om wat voor reden dan ook zijn nek uit durft te steken. Het blijft gissen in het klimaat van geheimzinnigheid dat Birmese heersers er op na houden. "Evenmin is duidelijk hoe breed en diepgaand de veranderingen uiteindelijk zullen zijn, maar ze zijn beslist niet alleen kosmetisch meer,” zei een doorgewinterde diplomaat in Rangoon. In het verleden liet hij zich vaak cynisch uit over het beleid, maar deze keer was zijn enthousiasme niet te stuiten. Ons tien minuten gesprek werd een uur en zelfs toen was hij niet uitgepraat. “Het point of no return is nog niet bereikt, maar het zit er wel heel dicht tegenaan,” meende hij.

zaterdag 21 januari 2012

En toen gebeurde het



"Vraag dan!" riep een Birmese collega toen ik op de luchthaven van Rangoon tegenover Jimmy stond. Maar de journalistieke distantie liet me hopeloos in de steek. Ik wilde niets vragen. Ik wilde alleen maar 'Welkom terug' tegen Jimmy zeggen. Hij grijnsde. Zijn vrouw Nilar Thein, die een paar uur eerder de gevangenis had verlaten, stak haar duim naar me omhoog. Op haar schoot barstte kleuterdochter Sunshine in snikken uit onder al het geklik van de camera's die de vrijlating van haar ouders en tientallen andere prominente dissidenten vastlegden.
Mijn visum was al op 10 januari verlopen, maar iets zei me dat ik nog niet weg kon uit Rangoon. 13 januari werd een historische dag in Birma.