Het zonnetje scheen zomaar weer en ook de Birmese president Thein Sein had vanochtend een verrassing in petto. Per brief liet het nieuwbakken staatshoofd het parlement weten dat de aanleg van een mega dam in het noorden van Birma is stilgezet. Het miljardenproject dat stroom zal leveren voor China dat de bouw grotendeels financiert, is volgens hem in strijd met de wil van de bevolking en het parlement. Het is een ongewoon besluit in het nog altijd streng gecontroleerde Birma.
De afgelopen weken groeide het verzet tegen de waterkrachtcentrale van een lokaal protest tot een prominente campagne waaraan ook oppositieleidster Aung San Suu Kyi en andere bekende activisten en academici deelnamen. Het project in de Irrawaddy rivier bedreigt duizenden boeren van de Kachin minderheid in hun bestaan. Bovendien vindt de constructie plaats op voor de Kachin gewijde grond en geeft hernieuwde spanningen met Kachin rebellen die een deel van de staat controleren. Ook voor de rest van agrarisch Birma is de machtige Irrawaddy niet alleen een levensader, maar tevens een nationaal symbool.
Sommige Birma experts zien de beslissing van de president als een indicatie dat het hem ernst is met het proces van democratisering. Anderen menen dat het besluit vooral ten doel heeft de regering van voornamelijk ex-militairen die eind maart aantrad, legitimiteit en een democratisch aanzien te verschaffen. Binnenkort vergadert ASEAN over het door Birma fel begeerde voorzitterschap voor 2014. Onrust zou de nieuwe regering in deze fase erg slecht uitkomen.
Volgens mij speelt er nog meer: Het project in de afgelegen Kachin staat vormt voor veel Birmezen het symbool van de enorme Chinese invloed op de lokale economie. Die dominantie is niet alleen Birmese burgers die moeten ploeteren om rond te komen een doorn in het oog - ook de president en enkele andere leiders geven achter gesloten deuren te kennen dat de koloniale verhouding hen dwarszit. Door het project stil te leggen geeft Thein Sein een signaal af dat hij niet alleen rekening houdt met de wensen van de bevolking, maar ook bereid is paal en perk te stellen aan de Chinese invloed. Dat is tevens een belangrijke boodschap aan het Westen. Die is echter niet zonder risico’s. Er zijn regelmatig geruchten over een machtsstrijd tussen het nieuwbakken staatshoofd en de hardline vice-president Tin Aung Myint Oo die naar verluidt nauwe banden met China heeft. In het verleden schoven voorstanders van de harde lijn een pragmatische premier opzij die beperkte politieke concessies wilde doen en in ruil daarvoor Westerse steun verwachtte. Toen Westerse landen hun deuren gesloten hielden en hun beleid van sancties voortzetten, was het afgelopen met een van de invloedrijkste mannen van Birma. Thein Sein zal dus omzichtig moeten manoeuvreren zolang de hete adem van belangrijke rivalen in zijn nek blaast.
Gisteren bezocht de Birmese minister van Buitenlandse Zaken vertegenwoordigers van het State Department in Washington. Dus wat zou er precies afgesproken zijn dat de president deze zet over de omstreden dam aandurft?
vrijdag 30 september 2011
maandag 12 september 2011
Toestemming om te vuren?
Zo belandden we op de Prinsengracht toch weer in 9/11 en de oorlog al was het nu juist de bedoeling er een vredig avondje van te maken. Een vriendin was nog maar nauwelijks aan mijn eettafel neergestreken, of ze brandde vol lof los over de documentaire ‘Toestemming om te vuren’ van het VPRO-programma Tegenlicht. De film laat zien wat oorlog voeren betekent en hoe dramatisch de gevolgen zijn voor iedereen die met zo’n conflict te maken krijgt. ‘Toestemming om te vuren’ doet de kijker stilstaan bij het lot van degenen in wier landen na 9/11 de bommen vielen, een onderwerp dat in de overdosis aan herdenkingsnieuws nogal zeldzaam bleek.
Ze had nog iets gezien dat haar schokte, maar deze keer was dat minder complimenteus bedoeld. Ze refereerde aan een reportage uit Tripoli waarin te zien is hoe twee Nederlandse journalisten, beschermd door helm en scherfvest, hun gewapende begeleider in zijn burgerkloffie vooruit laten gaan om te verkennen of het voor de verslaggevers niet te gevaarlijk is. Hoe gaan journalisten bij het maken van dit soort spannende verhalen eigenlijk met hun lokale medewerkers om? wilde ze weten.
Ik bekeek het item een dag later en hoewel ik aanneem dat de journalisten zich verantwoordelijk voelden voor hun begeleider, kon ik me goed voorstellen dat haar vraag ook andere oplettende kijkers thuis zwaar op de maag lag.
Ze had nog iets gezien dat haar schokte, maar deze keer was dat minder complimenteus bedoeld. Ze refereerde aan een reportage uit Tripoli waarin te zien is hoe twee Nederlandse journalisten, beschermd door helm en scherfvest, hun gewapende begeleider in zijn burgerkloffie vooruit laten gaan om te verkennen of het voor de verslaggevers niet te gevaarlijk is. Hoe gaan journalisten bij het maken van dit soort spannende verhalen eigenlijk met hun lokale medewerkers om? wilde ze weten.
Ik bekeek het item een dag later en hoewel ik aanneem dat de journalisten zich verantwoordelijk voelden voor hun begeleider, kon ik me goed voorstellen dat haar vraag ook andere oplettende kijkers thuis zwaar op de maag lag.
vrijdag 9 september 2011
War on Terror en de derde sexe
Met oorlogsgeweld als dagelijks dieet en de kalenderjournalistiek rond de aanvang van de 'War on Terror' in volle gang, kun je er op wachten dat vroeg of laat het onderwerp ‘vrouwelijke verslaggevers in vrouwonvriendelijke gebieden’ opduikt.
Ook bij mij rinkelt dan de telefoon met de vraag of het niet erg nadelig is om in dit vak geen man te zijn. Bij deze de volgende anekdote, zodat ik naar mijn blog kan doorverwijzen als de kwestie zich weer aandient.
Op een ochtend in Kabul hield een Afghaanse kennis een betoog over de teerheid van een vrouwenhart. Zijn dochtertje had bij het ontbijt tranen met tuiten gehuild en dat had hem niet alleen diep geraakt, maar ook aangezet tot een lange bespiegeling over het verschil in de belevingswereld van de beide sexen. Toen ik na een tijdje voor de grap vroeg hoe het volgens hem met mijn emotionele weerbaarheid was gesteld, keek hij naar me alsof ik plotseling in de gedaante van een buitenaards wezen uit een spaceshuttle kwam gestapt: “A woman? You?” was in eerste instantie alles wat hij verbijsterd uit kon brengen.
Maandenlang hadden we opgetrokken en van alles besproken, maar dat ik net als zijn dochtertje tot het zwakke geslacht behoorde, was niet echt tot hem doorgedrongen.
Als Westerse vrouw wordt je in traditionale islamitische samenlevingen vaak gezien als een derde sexe. In die tamelijk neutrale hoedanigheid heb je toegang tot de mannen- en de vrouwenwereld. Weinig vleiend misschien, maar wel erg handig. Dus ja, het is in dit beroep een voordeel vrouw te zijn.
Ook bij mij rinkelt dan de telefoon met de vraag of het niet erg nadelig is om in dit vak geen man te zijn. Bij deze de volgende anekdote, zodat ik naar mijn blog kan doorverwijzen als de kwestie zich weer aandient.
Op een ochtend in Kabul hield een Afghaanse kennis een betoog over de teerheid van een vrouwenhart. Zijn dochtertje had bij het ontbijt tranen met tuiten gehuild en dat had hem niet alleen diep geraakt, maar ook aangezet tot een lange bespiegeling over het verschil in de belevingswereld van de beide sexen. Toen ik na een tijdje voor de grap vroeg hoe het volgens hem met mijn emotionele weerbaarheid was gesteld, keek hij naar me alsof ik plotseling in de gedaante van een buitenaards wezen uit een spaceshuttle kwam gestapt: “A woman? You?” was in eerste instantie alles wat hij verbijsterd uit kon brengen.
Maandenlang hadden we opgetrokken en van alles besproken, maar dat ik net als zijn dochtertje tot het zwakke geslacht behoorde, was niet echt tot hem doorgedrongen.
Als Westerse vrouw wordt je in traditionale islamitische samenlevingen vaak gezien als een derde sexe. In die tamelijk neutrale hoedanigheid heb je toegang tot de mannen- en de vrouwenwereld. Weinig vleiend misschien, maar wel erg handig. Dus ja, het is in dit beroep een voordeel vrouw te zijn.
Abonneren op:
Posts (Atom)