vrijdag 9 september 2011

War on Terror en de derde sexe

Met oorlogsgeweld als dagelijks dieet en de kalenderjournalistiek rond de aanvang van de 'War on Terror' in volle gang, kun je er op wachten dat vroeg of laat het onderwerp ‘vrouwelijke verslaggevers in vrouwonvriendelijke gebieden’ opduikt.
Ook bij mij rinkelt dan de telefoon met de vraag of het niet erg nadelig is om in dit vak geen man te zijn. Bij deze de volgende anekdote, zodat ik naar mijn blog kan doorverwijzen als de kwestie zich weer aandient.
Op een ochtend in Kabul hield een Afghaanse kennis een betoog over de teerheid van een vrouwenhart. Zijn dochtertje had bij het ontbijt tranen met tuiten gehuild en dat had hem niet alleen diep geraakt, maar ook aangezet tot een lange bespiegeling over het verschil in de belevingswereld van de beide sexen. Toen ik na een tijdje voor de grap vroeg hoe het volgens hem met mijn emotionele weerbaarheid was gesteld, keek hij naar me alsof ik plotseling in de gedaante van een buitenaards wezen uit een spaceshuttle kwam gestapt: “A woman? You?” was in eerste instantie alles wat hij verbijsterd uit kon brengen.
Maandenlang hadden we opgetrokken en van alles besproken, maar dat ik net als zijn dochtertje tot het zwakke geslacht behoorde, was niet echt tot hem doorgedrongen.
Als Westerse vrouw wordt je in traditionale islamitische samenlevingen vaak gezien als een derde sexe. In die tamelijk neutrale hoedanigheid heb je toegang tot de mannen- en de vrouwenwereld. Weinig vleiend misschien, maar wel erg handig. Dus ja, het is in dit beroep een voordeel vrouw te zijn.