zaterdag 16 september 2017

Een giftig dossier in een gewond land

De vergeten burgeroorlog in Birma/Myanmar trok mijn aandacht toen ik in 1991 op zoek naar verhalen door Aziƫ reisde. Met een bestaan dat in een rugzakje paste streek ik vervolgens in het hoofdkwartier van de rebellen in de jungle neer.
Wat in mijn hoofd begonnen was als een overzichtelijke strijd van onderdrukte etnische minderheden en stadse dissidenten tegen een militair regime, werd gaandeweg een steeds complexer labyrint van spelers.
Bij elkaar besloegen de namen van alle opstandige groepen en subgroepen enkele pagina's. En net als ik een beetje dacht te snappen hoe het zat, ontstond er weer een volgend nieuw Bevrijdingsfront. Gezamenlijk een vuist tegen de junta maken was niet de sterkste kant van de rebellen. Ook hun relatie met de stadse dissidenten die net als het regime grotendeels tot de Birmaanse meerderheid behoorden, was met regelmaat gespannen. De verdeel en heers trucs van het bewind speelden handig in op al het onderlinge wantrouwen.
Stap voor stap ontdekte ik tussen de vergezichten van fluwelen heuvels een overhoop gehaald land waar diepe grieven tegen het centrale gezag van generatie op generatie overerfden.
Toen ik een van mijn Birmese vrienden in 1991 vroeg over welk gebied hij zich voor de toekomst de meeste zorgen maakte zei hij: “De Rakhine staat.” Ik snapte aanvankelijk weinig van die opmerking. Het westelijke gebied tegen de grens met Bangladesh was aan mijn aandacht ontglipt. Kort daarna kwam in Rakhine staat een militaire operatie op gang die tienduizenden van de grotendeels statenloze Rohingya moslims naar Bangladesh joeg. Ik merkte hoe vrijwel niemand van al degenen die zich verzetten tegen het regime en die democratie en mensenrechten hoog in het vaandel hadden, zich voor die tragedie bleek te interesseren. Het duurde weken voordat leiders uit de diaspora het geweld tegen de moslim minderheid veroordeelden en vermoedelijk gebeurde dat uiteindelijk alleen maar omdat Westerse adviseurs er op aandrongen. Ook in de rest van Birma bleek er nauwelijks of helemaal geen sympathie voor de Rohingya's. Men beschouwde hen als indringers uit Bangladesh. De verschillende moslim gemeenschappen elders in het land, die een geheel andere historische achtergrond hebben dan de Rohingya's, hielden zich stil over hun vervolgde geloofsgenoten.
Op zoek naar een verklaring voor die reacties stuitte ik op een ingewikkeld verhaal waar een geschiedenis van migratie, overheersing van lokale minderheden door de Birmaanse meerderheid in combinatie met angst voor islamisering, plus extreme armoede en de trauma's van een samenleving met decennia van dictatuur en geinstitutionaliseerd vijanddenken een grote rol spelen. En vandaag de dag komt het effect van die cocktail opnieuw in alle hevigheid naar buiten. Social media waartoe enorme aantallen in korte tijd toegang kregen, jagen de polarisatie alleen maar verder aan.

Het merendeel van de Birmezen heeft geen enkel besef waartoe haatzaaien en konsekwente uitsluiting van een groep kunnen leiden. De omineuze voorbeelden uit de geschiedenis zoals de holocaust of de genocide in Rwanda zijn onbekend. Het helpt evenmin dat hun huidige leiders op een enkeling na geen moreel tegengas geven.
Voor buitenstaanders inclusief talloze "Burma watchers" is nauwelijks te begrijpen hoe extreem gevoelig de kwestie van de Rohingya's ligt vanwege die even complexe als beladen erfenis, en hoe explosief de situatie in het land nu is. De vrees voor een islamistische overheersing zit bij velen in de Rakhine staat maar ook ver daarbuiten, ingebakken. De angst voor de toekomst, sowieso al groot in deze ongewisse periode van transitie, neemt alleen maar toe en social media gooien olie op het vuur met berichten dat een islamitische staat aanstaande is. Terwijl de wereld deze dagen vol ontzetting naar het humanitaire drama kijkt, sluiten zich de gelederen onder een groot deel van de Birmaanse meerderheid. De steun voor Aung San Suu Kyi die zich uit in rallies in de straten en portretten van haar in alle soorten en maten op social media is geen verrassing. Support voor haar is voor velen bovendien nog steeds een manier om nee te zeggen tegen het leger. Maar bij anderen valt weer waardering voor de militairen te bespeuren. Precies zoals de Tatmadaw (het Birmese leger) zich dat wenst in de slogan die de junta burgers decennia lang door de keel duwde: "The people and the Tatmadaw are one" . Angst en woede vanwege de aanvallen door moslim militanten overheersen, en qua gekrenkte trots kan men er ook wat van nu Aung San Suu Kyi en daarmee ook de natie internationaal onder vuur ligt.  Empathie met de Rohingya's is bij dit alles verder weg dan ooit.  Birma is een diep gewond land.